Het is hoog tijd geworden voor het derde en laatste deel over het behulpzame boek ‘De kracht van betekenis’ van de Amerikaanse psycholoog en journalist Emily Esfahani Smith. In het eerste deel wordt ingegaan op hedonia vs eudaimonia en geluk vs zin. Het tweede deel behandelt de eerste twee van vier pijlers van een zinvol leven: ergens bij horen en een doel hebben. Dit afsluitende blog gaat over de derde en de vierde pijler: verhalen vertellen en transcendentie ervaren.
Verhalen vertellen
Volgens Esfahani Smith zijn we allemaal verhalenvertellers. We geven zin aan onze handelingen door er een verhaal van te maken. Door delen uit ons leven in elkaar te passen en naast elkaar te plaatsen als een groot verhaal, creëren we een samengesteld geheel dat ons de kans biedt om ons leven te zien als een coherente eenheid. En coherentie is volgens psychologen een sleutel tot zingeving (p.111).
Verhalen zijn vooral essentieel als het gaat over het vormgeven van – daar hebben we het begrip weer – onze identiteit, om te begrijpen wie we zijn en hoe we zo zijn geworden. Esfahani Smith haalt de psycholoog Dan McAdams aan die het heeft over ‘narratieve identiteit’, als het geïnternaliseerde verhaal dat we onbewust over onszelf creëren, ‘over hoe we ten diepste zijn – waar we vandaan komen, hoe we zo zijn geworden en wat het allemaal betekent’ (p. 114).
McAdams maakt al decennia studie van levensverhalen en zingeving. Hij ontdekte bij zijn analyses dat er een aantal interessante patronen zijn in de manier waarop mensen met een zinvol leven hun ervaringen duiden en interpreteren. Mensen die iets willen doen voor de samenleving en komende generaties, vertellen steeds weer verhalen over loutering, of verhalen waarin een overgang plaatsvindt van een negatieve naar een positieve situatie. Er is een knik in hun levensverhaal met een positieve gebeurtenis die voortvloeit uit een negatieve en daarom hun lijden tot op zekere hoogte betekenis geeft (p. 115).
McAdams ontdekte dat niet alleen loutering, maar ook groei, gemeenschap of daadkracht de positieve kern kunnen vormen van een levensverhaal. Het geeft de mensen de kans om een nieuwe identiteit te vinden voor zichzelf. Een grote bijdrage van de hedendaagse psychologie en psychotherapie is volgens hem dan ook dat we verhalen van ons leven kunnen redigeren, herzien en interpreteren (en ook het nadenken over sleutelmomenten in je leven). De verteller cq patiënt ervaart meer controle over zijn leven en ontleent zin aan het lijden dat is doorgemaakt. Het gevolg is dat zijn geestelijke gezondheid verbetert (p. 117 t/m 119).
Esfahani Smith komt nog met de term ‘contrafactisch denken’ op de proppen (p. 120/ 121). Dit betreft het nadenken over belangrijke gebeurtenissen uit het leven waarbij iemand zich afvraagt hoe het leven verlopen zou zijn zonder die gebeurtenissen. Oefeningen door studenten hierover onder leiding van Laura Kray (University of California) stimuleerden hen om de ervaringen uit hun verleden meer betekenis te geven. Krays afdronk was dat deze oefeningen iemand helpen om de pluspunten van diens leven te zien. Deelnemers die nadachten over de vraag hoe hun leven eruit zou hebben gezien zonder die belangrijke gebeurtenis, kwamen meestal tot alternatieve levens die niet beter waren, maar slechter. Daarnaast ondersteunt contrafactisch denken bij het vertellen van een coherent levensverhaal.
Voor wie even genoeg heeft van allerlei theorie: Esfahani Smith verhaalt enthousiast over The Moth: een begrip in de culturele scene van New York en uitgegroeid tot een internationaal fenomeen. The Moth bestaat uit live shows, waarin (levens)verhalen op het podium worden gebracht en dat ook een podcast en een radioprogramma opleverde. Iedereen kan een verhaal inbrengen en vertellen, maar er wordt vooral geselecteerd op verhalen waarin de verteller laat zien hoe hij of zij zich ontwikkelde tot de persoon die die nu is.
Over de functie en nut van (levens)verhalen valt nog veel meer te vertellen, daarover binnenkort meer. Maar laten we nu stilstaan bij de laatste pijler.
Transcendentie
Wie heeft zich niet een keer verwonderd over de aanblik van een nachtelijke hemel? We voelen de ontstellende nietigheid, als we ons realiseren dat we weinig meer zijn dan kleine vlekjes in een enorm en onbegrijpelijk universum. Maar dit vervult ons paradoxaal genoeg met een diep en machtig gevoel van betekenis, aldus Esfahani Smith. Dit is de kracht van transcendentie, dat ‘overstijgen’ of ‘klimmen’ betekent. Een transcendente of mystieke ervaring waarin we het gevoel hebben dat we boven de dagelijkse werkelijkheid uitstijgen en een hogere werkelijkheid ervaren (p. 137).
Op pagina 138 wordt één van de bekendste Amerikaanse psychologen van de 19e eeuw erbij gehaald, William James. In zijn meesterwerk ‘Vormen van religieuze ervaring’ beweert hij dat mystieke ervaringen vier kenmerken hebben: ze zijn passief (ze komen van een externe kracht, ze zijn lastig zelf op te roepen) en vluchtig (ze duren vaak maar heel kort). Daarnaast zijn ze onuitsprekelijk (moeilijk in woorden te beschrijven en recht te doen) en noëtisch, dat wil zeggen dat ze kennis en wijsheid onthullen. Over het algemeen roepen mystieke ervaringen een merkwaardig gevoel van gezag op, dat lang doorwerkt. De zin die we eraan ontlenen, blijven we met ons meedragen, vaak ons hele leven lang.
Als toevoeging haalt Esfahani Smith David Yaden (University of Pennsylvania) erbij, een deskundige op het gebied van transcendentie. Volgens hem is een belangrijk aspect dat bij een mystieke of transcendente ervaring allereerst het gevoel van ons eigen ‘zelf’ verdwijnt, met al zijn kleinzielige zorgen en verlangens. Verder voelen we ons diep verbonden met andere mensen en alles wat er in de wereld bestaat. Het gevolg is dat onze angst voor het bestaan en voor de dood verdwijnt en dat alle tegenstellingen uit het leven zich verenigen – wat ons achterlaat met een gevoel van innerlijke vrede en harmonie (p. 139).
Een beroepsgroep die zo’n ervaring eerder zullen meemaken, zijn astronauten. Dit staat ook wel bekend om het ‘overview effect‘ (ook mooi beschreven door Marjolein van Heemstra in haar boek ‘In lichtjaren heeft niemand haast’). In ‘De kracht van betekenis’ lezen we over de ervaring van astronaut Jeff Ashby die in 1999 als piloot in een spaceshuttle meeging met een ruimte missie. Na zijn reis had Ashby het gevoel dat hij totaal was veranderd. Hij ging op zoek naar een diepere levensvervulling, een pad dat zich richtte op het goede in een bredere zin van het woord. Onderzoek onder astronauten leert dat hun waarden door hun ervaringen zijn veranderd: van presteren en plezier hebben naar waarden die het zelf overstijgen, zoals eenheid met de natuur, geloof in God en wereldvrede (p. 149). Wat dat betreft wens ik iedereen een ruimtereis, of tenminste op een bepaalde manier het overview effect toe.
Gelukkig kunnen we er ook gewoon verder over lezen, zoals bij Ralph Waldo Emerson, de bekende Amerikaanse essayist en transcendentalist uit de 19e eeuw, en zijn literaire collega en vriend Henry David Thoreau. Volgens Emerson is de schoonheid van de natuur een weerspiegeling van de goddelijke schoonheid. Maar de meeste mensen waarderen de grootsheid niet meer. “Voor een afgestompte geest is alle natuur als lood. Voor een verlichte geest vlamt de hele wereld en schittert van licht”, zo citeert Esfahani Smith Emerson (p. 152).
De Amerikaanse komt verderop (p. 154) nog terug op het verlies van zelfgerichtheid tijdens een transcendente ervaring, ook wel ‘de dood van het ego’ genoemd. Deze ervaring bereidt ons voor op het uiteindelijke verlies van onszelf dat we allemaal zullen ervaren: de dood zelf. Een mens die de dood van het ego al heeft meegemaakt tijdens een transcendente ervaring is veel beter voorbereid op dit zelfverlies en de aanvaarding ervan.
Esfahani Smith eindigt haar boek met twee hoofdstukken over groei en zinculturen, maar de basis van haar boodschap legt ze toch vooral met haar inleiding en de vier pijlers. Een behulpzaam boek, omdat het onderzoek combineert met een diversiteit aan aansprekende voorbeelden uit de praktijk, en omdat het niet overkomt alsof de auteur de waarheid in pacht heeft. En dat heeft voor een lezer ook betekenis….
(Uitgelichte foto: Merel Waagmeester – De sparrenlaan en de hemel)
Geef een reactie