‘Wie andere in den Park oder in den Wald, lief ich immer ins Koffiehaus, um mich abzulenken und zu beruhigen, mein ganzes Leben’, zo liet de Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard in 1984 optekenen. Deze uitspraak hangt in Café Bazar, een in 1909 opgericht koffiehuis zeer dichtbij de Salzach in hartje Salzburg. Het gebouw zelf stamt uit de jaren ’80 van de 19e eeuw. Aan de wieg ervan stond Richard Tomaselli, de broer van Otto Tomaselli, die destijds het koffiehuis Tomaselli aan de Alter Markt bestierde. Een even befaamd koffiehuis, waarover de Duitse schrijver Erich Kästner zei: ‘Das Tomaselli dürfte fast so alt sein wie das Kaffeetrinken in Europa.’
Kunst en hoffelijkheid
Hoe dan ook, Kästners woorden accuenteren in ieder geval dat koffie drinken in Oostenrijk een centrale plek inneemt in het (stadse) leven, en het is de vraag of het Alpenland op dat vlak een gelijke kent binnen Europa. Oostenrijk heeft een heel verfijnde cultuur rondom de kunst van het koffie drinken. Dit uit zich onder andere in het serveren van een glas water bij elk kopje koffie.
Mijn gezin en ik namen deze zomer de proef op de som. De keus voor een koffiehuis viel op Bazar, omdat het traditioneel een ontmoetingsplek was voor kunstenaars, denkers en schrijvers. We bleken er goed aan te doen om het (volle) buitenterras over te slaan en de ingang aan de zijkant naar binnen te nemen. Waar buiten het publiek grotendeels uit toeristen leek te bestaan, heerste binnen meer een ‘lokale’ sfeer. We maakten daar kennis met de hoffelijkheid van een onberispelijk geklede kelner van middelbare leeftijd. Behulpzaam en geïnteresseerd, zonder te overdrijven of te vervallen in populair jargon: deze vriendelijke man was hier uitstekend op zijn plek. Het aanbod aan gebak was talrijk, zoals het een goed koffiehuis betaamt. Achter ons bevond zich een diversiteit aan kranten aan stokken die het plaatje compleet maakten. Ja, het was leuk (en lekker natuurlijk) om deze traditie zelf ook te ervaren.
Festspiele
Café Bazar profiteerde in de eerste decennia van de 20e eeuw van de Salzburger Festspiele die toen tot bloei kwamen. Naast de aantrekkingskracht van de vele (vernieuwende) voorstellingen was Salzburg toen ook een plek om gezien te worden. Het bood schrijvers, politici, acteurs en andere beroemdheden de kans elkaar te ontmoeten en te netwerken.
Op de website van Café Bazar wordt een keur aan bekende namen genoemd die een bezoek brachten aan het koffiehuis: o.a. Thomas Mann, Stefan Zweig, Marlene Dietrich (zie foto, d.d. 1936) en later ook bijvoorbeeld Romy Schneider, Klaus Maria Brandauer en dus Thomas Bernhard. Uiteraard zal het bij veel van deze ontmoetingen en bijeenkomsten niet alleen bij koffie gebleven zijn. Zeker in die tijd vloeide de alcohol overdag soms al rijkelijk, waarmee men hoopte de welsprekendheid te bevorderen, de broodnodige inspiratie te krijgen dan wel de financiële zorgen te vergeten …
Het leuke was dat ik daarna nog twee keer op Café Bazar stuitte. Na de (gelukkig ook uitstekende) espresso liep ik nog snel door naar het Stefan Zweig Zentrum bij de Edmundsburg, van waaruit je een mooi overzicht hebt over de Mozartstad en de rivier. In het Zentrum was een kleine tentoonstelling over de Festspiele en de wispelturige verhouding tussen Stefan Zweig en Max Reinhardt, de toenmalige directeur van het Salzburg Stadstheater en één van de oprichters van de Festspiele.
Von Horváth en Bernhard
Op één van de foto’s in de tentoonstelling ontdekte ik tot mijn vreugde zowaar Ödön von Horváth, de door mij zo geliefde Hongaars-Duitse (toneel)schrijver, waarvan niet veel foto’s te vinden zijn. Hij wordt in 1937 in Café Bazar omringd door Carl Zuckmayer en Hans Müller-Einigen. Leuk feitje is dat Zuckmayer, die destijds dramaturg bij Reinhardt was, het scenario schreef voor de Nederlandse film ‘Boefje’ uit 1939. De heren hadden in die tijd natuurlijk al flink te maken met de tegenwerking van de nazi’s en in de koffiehuizen zullen veel persoonlijke en politieke kwesties besproken zijn.
Een paar dagen later was ik bij een tentoonstelling over Thomas Bernhard in het Seelackenmuseum in Sankt Veit im Pongau. Bernhard verbleef er periodes om te kuren in het nabijgelegen sanatorium, maar sloeg ook aan het schrijven én sloot vriendschappen met andere tuberculose-patiënten. In die periode moet het zijn geweest dat hij café Bazar aandeed.
Bernhard werd soms wel afgeschilderd als een mensenhater, maar werd ook vaak in koffiehuizen gesignaleerd. Zijn stamkoffiehuis was Bräunerhof in de Stallburggasse in Wenen, waar hij werkte aan zijn theaterstukken, romans en verhalen. Het café schijnt nog net zo authentiek te zijn als vroeger. Ik weet dus waar ik mijn espresso in Wenen tzt moet gaan halen …
Bronnen:
Thomas Bernhard: Ontdek Oostenrijk met een dwarsdenker
Café Bazar
(Foto Zuckmayer, Horvath, Müller-Einigen © Archiv der Salzburger Festspiele, Photo Ellinger)
Geef een reactie