Vermeers parels in de cinema

close-up van een vrouw met novicekap

Gastauteur Sara Hoogveld rondt haar drieluik over Vermeer in de hedendaagse cinema af met haar blik op de bekroonde film Ida én twee vroege rollen van Isabelle Huppert. Dank Sara voor deze oorspronkelijke serie, wij kijken uit naar een volgend verhaal!

Als het begint te sneeuwen houdt alles even op. Alsof de buitenwereld niet meer is dan het decor van een trage film. Toen regisseur Paweł Pawlikowski in Polen zijn meesterwerk Ida draaide, kwam de sneeuw als geroepen. De opnames werden noodgedwongen onderbroken en zo kreeg hij wat meer tijd om er nog eens goed over na te denken. Een scenario dat in alle details volledig is uitgewerkt, heeft niet zijn voorkeur. Bij Ida ging hij uit van het beeld en de samenwerking met Łukasz Zal, een minder ervaren maar zeer eigenzinnige cameraman. De verstilde beelden van het afgelegen klooster, de verticale grijze wolkenluchten en het grauwe communisme spreken voor zich. Toch had Polen in de jaren ’60 ook een levendige jazzscene die film en soundtrack meer glans geeft. Het was deze film die mij – zeker niet toevallig – herinnerde aan Vermeer.

twee vrouwen op een bank, kijkend naar foto's
Still uit de film Ida

Geen grimassen

Ook deze Ida is een vrouw uit een Vermeer-schilderij, stil en vastberaden. Ze is opgegroeid in een klooster en natuurlijk draagt haar novicekap bij aan de belichting van een vriendelijk gezicht zonder schaduw. De schaduwen uit haar verleden lijken daarmee onzichtbaar, haar geloof draagt ze als een aura van goedmoedigheid. Een helder contrast met het cynisme van haar tante wordt zichtbaar als ze op zoek gaan naar de boerderij van Ida’s joodse familie. In de stal bij de boerderij wordt Ida getroffen door het daglicht dat door een glas-in-loodraam naar binnen schijnt. Voilà Vermeer.

Het gezicht van haar tante, dat veel meer littekens uit het verleden draagt, blijft in duisternis gehuld. De tante wordt gespeeld door een ervaren actrice. Maar voor Ida was het juist belangrijk dat haar spiritualiteit oprecht zou zijn. Na lang zoeken vond de regisseur een studente die overtuigd atheïst is, en bovendien feminist. Wat we zien is haar vastberaden overtuiging. In de woorden van de regisseur:

‘Ze straalt een zekere kalmte en kracht uit en heeft allerminst de ambitie om de aandacht naar zich toe te trekken. Ze heeft een strak en kinderlijk gezicht. Maar ze denkt na, ze observeert en ze trekt conclusies. Een intelligente geest en een kinderlijk gezicht, perfect. Bovendien vertoont haar gelaat ook geen grimassen. De meeste mensen onder ons, in de maatschappij, we trekken grimassen. We lachen, we laten ons van onze beste kant zien, we verleiden. Zij heeft dat niet en incarneert daarmee de basiseigenschappen van Ida. Ida groeide op buiten de maatschappij, in een besloten gemeenschap, waar niet met het gelaat gecommuniceerd werd.’1

close-up van een vrouw bij een raam
Still uit de film La Dentellière

Kantwerkster Isabelle Huppert

Ook de vrouwen van Vermeer hebben een gezichtsuitdrukking die ons niet opzichtig verleidt. We weten niet wat er in ze omgaat en op het filmdoek is die bescheidenheid een verademing, even geen melodrama maar serene kalmte. In de zeventiende eeuw was dit een mooie eigenschap voor een vrouw, ook al voldeden Hollandse vrouwen maar zelden aan het ideaal. Uit reisverslagen en correspondentie kunnen we opmaken hoe bemoeizuchtig en dominant de Hollandse vrouw in werkelijkheid was. Na eeuwen van voortschrijdend feminisme is de kantwerkster een stille uitzondering.

In de film La Dentellière van Claude Goretta uit 1977 zien we haar terug in de gedaante van Isabelle Huppert. Ze is een eenvoudige, wat verlegen kapster die verliefd wordt op een student uit een beter milieu. In het Parijs van de jaren ’70 komt ze niet tot haar recht. Ze is te bescheiden, te introvert ook. De student kan haar oprechte liefde niet beantwoorden. Ze eindigt in een kliniek. Ze kijkt nog even op van haar breiwerk, strak in de camera. Een vrouwelijke ziel uit de besloten wereld van Vermeer die hier niet past.

Een jaar later speelde Isabelle Huppert de rol van Violette Nozière in de gelijknamige film van Claude Chabrol. Een loeder, een vrouw die in de jaren ’30 haar ouders probeerde te vermoorden en daar deels in slaagde. Destijds een schandaal in Frankrijk. Incest zou het motief voor de moord kunnen zijn maar dat wordt nergens expliciet. Voor Isabelle Huppert wederom een ondoorzichtig personage dat maar moeizaam deelneemt aan het volwassen leven. Een goede rol in een sterke film. Violette Nozière beterde haar leven in de gevangenis, waarna haar gratie werd verleend. Dat laat Claude Chabrol niet zien maar ook hij laat de film eindigen met een handwerkje in de cel. Alsof naaldwerk alle wonden heelt.

Lees ook

De stilte van Ida (2)
Van buiten komt alleen het zonlicht (1)

Besproken films:
Ida, Paweł Pawlikowski (2013)
La Dentellière, Claude Goretta (1977)
Violette Nozière, Claude Chabrol (1978)

(Stills Ida: Cinéart)


  1. Uit een interview met de regisseur op een Cinéart-dvd 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.