De GGZ loopt al jaren enorm tegen de grenzen aan om aan de vraag te kunnen voldoen. Er worden gelukkig -weliswaar (te) langzaam- ook nieuwe bronnen aangeboord en wegen ingeslagen. Wat ik nog erg mis, is de waardevolle bijdrage die literatuur zou kunnen leveren.
Recepten en apotheken
Een lichtpuntje in sommige gemeenten is inmiddels wel ‘Kunst op recept’, waarbij vanuit de zorg (bijv. de huisarts) iemand met psychosomatische of psychosociale klachten doorverwezen kan worden voor een culturele activiteit. Soms helpen medicijnen of psychologische zorg niet of niet alleen om deze klachten te verlichten. Men is dan wellicht gebaat bij iets anders dat het gevoel van welbevinden vergroot, zoals een kunstzinnige activiteit. Een mooi initiatief, maar het zit wel weer in een lokaal ‘systeem’, waarbij het welslagen afhankelijk is van financiële en organisatorische zaken.
Het zou toch mooi zijn als er in de breedte vaker aan literatuur gedacht wordt. Gelukkig is daar de ‘Culturele Apotheek’, die hierover zegt op hun website: “Literatuur kan ontspanning, inspiratie of stof tot nadenken bieden. Ook kan literatuur je helpen bij alledaagse vragen en kwalen. Neem bijvoorbeeld keuzestress, of liefdesverdriet, of sociale-media moeheid, of onvervulde verlangens. Boeken kunnen je een spiegel voorhouden, je inspireren om het anders te doen, troosten dat je niet de enige bent of je laten grinniken om o zo herkenbare menselijke misère.”Wat mij betreft klinkt dat een stuk aanlokkelijker dan veel zelfhulpboeken, die nogal drammerig en betweterig van aard kunnen zijn en waarbij al gauw het gevoel ontstaat dat je snel een oplossing moet vinden voor je problemen. De Culturele Apotheek biedt o.a. een (boek)consult op maat of algemene lijsten met tips voor leesboeken die passen bij een bepaalde klacht of thema, zoals eenzaamheid, slapeloosheid of een specifieker vraagstuk zoals moedeloosheid over wat er in de wereld gaande is.
Zelf kreeg ik in een moeilijke periode van mijn psychotherapeut (die waarschijnlijk wel door had dat hij met een boek op een goed knopje drukte bij mij) het advies om ‘Siddhartha’ van Herman Hesse te lezen. ‘Siddhartha’ is een allegorische roman van over de spirituele reis van brahmanenzoon, ten tijde van Boeddha. Een belangrijke rol is weggelegd voor de rivier, die symbool staat voor de verbondenheid tussen alle dingen en de cyclische eenheid van de natuur. Koren op de molen voor iemand zoals ik die graag in de nabijheid verkeert van eindeloos meanderende stromen.
Enkele maanden daarvoor had een andere zorgverlener zich nog bezorgd gemaakt om mijn interesse in Albert Camus. Maar wie zich een beetje in zijn oeuvre verdiept, weet dat de Franse schrijver juist een hoopvolle benadering heeft van het existentialisme. Zijn romans kunnen weliswaar een gevoel van bevreemding oproepen, maar zijn daarnaast origineel en bovenal prettig leesbaar. Hesse en Camus zijn voor mij als een soort literaire herbergiers.
Dagelijks onderhoud
Overigens is literatuur er niet alleen voor de zwaarste tijden. De roman ‘Heuvel’ van de Franse schrijver Jean Giono (waarover ik eerder dit blog schreef) heeft de natuur als hoofdrolspeler en zorgt voor eerbied voor Moeder Aarde in het hart en hoofd van de lezer. Een fijne en noodzakelijke steun in de rug in het huidige tijdsgewricht.
Schrijfster en journaliste Anna Krijger verwoordde de functie van “literatuur als onderhoudsmedicijn” eerder als volgt in het NRC: “Ik laat mijn eigen wereld even voor wat ze is en treed toe tot een andere, een waarin niets van me verwacht wordt, maar waar ik wel troost uit kan putten. De worstelingen, de pijn én de veerkracht van de personages drukken mij op het hart: ik ben niet de enige. Het kan altijd erger. Alles gaat voorbij.” Ik denk dat wat Krijger in het begin benoemt, dat literatuur niets van je verwacht, juist een heel sterk element kan zijn.
Bibliotherapie
Terug naar de gezondheidszorg, een stukje vakdeformatie zullen we maar zeggen. Ik vond een artikel uit 1987 (!) uit het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTVG) waarin gesproken wordt over bibliotherapie. Daarin wordt aangegeven dat vooral in de Verenigde Staten en Duitsland wordt in de geneeskunde al lang systematisch gebruik gemaakt van literatuur als vorm van therapie. In Nederland was de psychiater Rümke (1893-1967) hier een pleitbezorger van.
Ook schrijvers zelf worden erbij gehaald. Zo heeft Virginia Woolf er in een essay ‘On being ill’ op gewezen dat mensen tijdens hun ziek zijn vaak veel gevoeliger worden voor literatuur en dat zij er daarom goed aan doen zich dan in poëzie te verdiepen, ook omdat een gedicht meestal sneller te lezen is dan een stuk proza. In Nederland schreef Simon Vestdijk een boekje over ‘De zieke mens in de romanliteratuur’, al gaat dat vooral in op werken waar het omgaan met een bepaalde ziekte centraal staat.
‘Bibliotheekhoudende’ huisarts
Van een doorsnee arts of zorgverlener kan natuurlijk niet verwacht worden dat die meteen een passend boekadvies paraat heeft, vandaar ook dat de Culturele Apotheek wat tips op een rijtje heeft gezet. In het NTVG-artikel wordt gewag gemaakt van een interessante functionaris: destijds scheen er in een ziekenhuis in Bremen ene mevrouw Stolzenberg te werken, die zowel psychotherapeute als bibliothecaresse was.
Het zal wel niet zover komen dat huisartsen na apotheekhoudend ook ‘bibliotheekhoudend’ worden. Dan kan er in de wachtkamer weer eens lekker ouderwets gesnuffeld en gelezen worden i.p.v. op smartphones worden gestaard. Of toch maar eens beginnen met een bescheiden kast? Het eerste boek daarin is in ieder geval duidelijk: dat wordt ‘De boekenapotheek’ van Ella Berthoud en Susan Elderkin.
Bronnen:
Literatuur als onderhoudsmedicatie
De Culturele Apotheek
Kunst op recept
Bibliotheek helpt genezen
(Uitgelichte illustratie: © Eleni Debo)
Geef een reactie