Het thema van de maand van de filosofie was ‘Ik stuntel dus ik ben’. Het deed me weer eens denken aan Bob den Uyl. Zijn onhandigheid in het sociale én gewone verkeer (Den Uyl had vliegangst én geen rijbewijs) schoof hij nooit onder stoelen of banken. Sterker nog: hij maakte er in zijn reis- en korte verhalen zijn handelsmerk van.
Station Visvliet
Ik stuitte onlangs op een prachtig kabbelend en ingetogen reisverslag uit 1978 van programmamaker Theo Uittenbogaard, ‘Op zoek naar literatuur aan de rand van Nederland’. Hij wist de doorgaans weinig coöperatieve Rotterdamse schrijver zo ver te krijgen om naar het noorden des lands af te reizen naar aanleiding van diens verhaal ‘Visvliet bestaat namelijk niet’. Visvliet was destijds een petieterig stationnetje aan de spoorlijn Leeuwarden-Groningen, voorzien van een klassiek NS-stationsgebouw en verder niets.
De reportage gaat vergezeld van Den Uyls commentaar, deels vanuit fragmenten uit bestaand werk die door hem zelf worden voorgelezen. Zo gebruikt hij voor bij het uitstappen op station Visvliet de volgende passage: ‘Je loopt wat rond, terwijl wondermooie gedachten door je hoofd schieten. Binnen een kwartier is de blik weer helder, vol ongeduld wachtend op de volgende trein.’
Aan dit kwartier lag een mooi verhaal ten grondslag, want het had eigenlijk een half uur moeten zijn. De filmploeg had een trein eerder genomen dan Den Uyl, zodat ze de aankomst van zijn trein in Visvliet konden vastleggen. De volgende trein zou echter een doorgaande trein naar Groningen zijn na aankomst. Tot hun verbazing stopte – met dank aan de stationschef – Den Uyls trein toch in Visvliet en stapte hij als enige uit.
Hotelkamerfobie
Even verderop kunnen we genieten van Den Uyls bekende worstelingen met hotel(kamers), iets waar ik, juist vanwege de grote herkenbaarheid, altijd enorm om moet lachen. De blik bij de pannenkoek in hotel Spoorzicht te Loppersum spreekt wat dat betreft boekdelen. Den Uyl becommentarieert: ‘Menigmaal moet ik van anderen horen dat zij het onaangename vergeten en slechts het aangename onthouden. Helaas bezit ik deze natuurlijke neiging tot verdringing niet. Elke gebeurtenis, hoe plezierig ook, heeft zijn schaduwzijde. Dat praat niemand mij uit het hoofd.’ U begrijpt dan dat de begeleidende muziek bij het verslag, ‘The inner struggles of a man’ van Chicago uitermate treffend is gekozen.
Luttele ogenblikken later wordt het nog Den Uylser: ‘Ik zat dus op een hotelkamer, toen het ineens tot me doordrong dat deze kamer me niet beviel. Ik keek eens rond, het was een gewone hotelkamer; wat armoedig, maar iets anders was niet te krijgen. Het onbestemde angstgevoel kon ik niet van me afzetten. Integendeel, het werd steeds erger. En plotseling greep ik in oncontroleerbare paniek mijn boeltje bijeen en stormde het hotel uit. Waren het de eerste aanwijzingen van een naderende hotelkamerfobie? Was er wellicht onlangs iets vreselijks op de hotelkamer gebeurd of stond er juist iets vreselijks te gebeuren?’
Dit fragment bleef niet zonder gevolgen: nadat de film was uitgezonden belde de hoteleigenaar van Spoorzicht uit Loppersum huilend op naar de VPRO-redactie. Hij beweerde dat men zijn zaak te gronde had gericht met de beelden van het verveloze kamertje en het vreugdeloze commentaar van Den Uyl daarbij. Hoe het met de man zelf afgelopen is weet ik niet, maar anno 2019 lijkt het hotel gezien de berichten op de website behoorlijk te floreren.
We zien de Rotterdammer daarna enkele schrijvers en dichters bezoeken, waarbij de kijker zich kan afvragen hoeveel zin Den Uyl er in had, al lijkt hij zijn best te doen. Tegen Wil Vening, een streekroman-schrijfster, verzucht hij dat hij geen lezingen geeft, omdat het een hele dag kost en het meestal praktisch voor niets moet: ‘je wordt gewoon gebruikt.’
Reizen of thuis blijven?
Aan het einde horen we Den Uyl gelukkig weer wat zeggen over reizen. ‘Geeft het reizen dieper inzicht in de aard der dingen? Legt het nieuwe gezichtspunten bloot? Dienen zich plotseling oplossingen aan voor problemen waar men al tijden vruchteloos mee worstelt? Kortom, wordt men een wijzer en rustiger mens? Ik meen van niet. Iedereen heeft wel eens mensen van lange en verre reizen zien terugkomen. Maar heeft iemand bij een dergelijke gebeurtenis ooit wel eens spontaan uitgeroepen ‘Tjonge, wat is die persoon verstandig geworden?’ Ik weet zeker van niet. Van reizen gaat men nu eenmaal niet vooruit. Integendeel, het stompt af. Eigenlijk kun je maar beter thuis blijven.’
Mede door deze ondernomen reis naar het noorden was enkele jaren later de verontwaardiging bij Den Uyl (en hij was niet de enige) groot, toen het klassieke stationsgebouw van Visvliet vrij plotseling afgebroken en vervangen werd door een bushokje. Zijn naam zal echter onlosmakelijk verbonden blijven met dit verdwenen stationnetje. En voor wie nog iets tastbaars van Den Uyl wil zien naast zijn boeken: in het Literatuurmuseum is een witte toerfiets uit 1972 te bewonderen.
(Uitgelichte afbeelding: fiets van Bob den Uyl (foto: Michiel Spijkers – met dank aan literatuurmuseum.nl).
Foto schoolrapport Bob den Uyl: met dank aan BKOR.
Geef een reactie