Een novemberzaterdag in een grijs Oostende. De Bedachtzamen maken een wandeling langs de kust. We lopen de Koning Boudewijnpromenade af. Voorbij de statige Koninklijke Gaanderijen hangt daar ineens, als een teken, het gedicht ‘Eb’ van M. Vasalis:
Eb
Ik trek mij terug en wacht.
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
iedre minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door ’t ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.
Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?
Uit: M. Vasalis, ‘Vergezichten en gezichten’. Uitgeverij Van Oorschot, 1954.
Geef een reactie