1968, een woelige periode in de geschiedenis en een jaar dat nauw verbonden is met de ‘protestgeneratie’. Wie het meemaakte of deelnam, weet waar het om ging, namelijk om vrijheid en autonomie. Studenten lieten zich gelden en de machthebbers moesten het vergelden. Parijs, Praag, Amsterdam en grote delen van Europa kwamen tot een massaal ontwaken.
Nu, in 2018, halen verschillende media de periode weer aan. Het toenmalige adagium ‘verbeelding aan de macht’ had iets utopisch en naïefs. De belangrijkste vraag lijkt na 50 jaar te zijn: hebben we wat aan ’68 gehad?
In ieder geval zijn we een medium rijker, namelijk het internet. Over de opkomst en ondergang van de internetbubble eind 20e eeuw zijn boeken, blogs en kranten volgeschreven. Daarna groeide het wereldwijde web, en groeide, ook sociale media maakten een explosieve groei door. Het internet zorgde voor je relatie en je levensverzekering en bezorgde een nieuwe stofzuiger net zo eenvoudig als je avondeten. De jongen van de afhaalthai betaalde je gewoon aan de deur maar voor de gratis diensten op internet betaalde je met jouw data.
‘Wij respecteren uw privacy’
Een groot deel van de eerder genoemde groep die je onder de protestgeneratie kunt scharen lijkt ongeïnteresseerd voor de grillen van het surveillance capitalism en hun privacyschendingen. Dit zijn de talloze, veelal Amerikaanse, internetbedrijven die vrolijk uw data verzamelen en delen met data brokers.
Echter, sinds Cambridge Analytica lijkt die onverschillige houding te verschuiven. Wat voorheen onzichtbaar was, kwam plotseling aan het licht doordat een klokkenluider openheid van zaken gaf.
Toch denk ik dat de echte schok niet eens bestaat uit wat en hoeveel Facebook en consorten over ons verzamelen. Nee, dat zou ons ook niet moeten verbazen. Wat ons zorgen moet baren is: wat gebeurt er als deze data écht in verkeerde handen vallen? Bijvoorbeeld in de handen een regering die onze rechten aan z’n laars lapt en het ‘landsbelang’ voorop stelt. Actuele voorbeelden te over, u weet waar ik het over heb.
Dezelfde vrijheid die in ’68 in het geding was, staat opnieuw op het spel. Met de AVG zijn we er nog niet, want de mogelijke wet voor een uploadfilter doet veel stof opwaaien en is inmiddels aangenomen.
Neem het heft in eigen handen
Wat betekent dit voor onze (digitale) identiteit? Hiervoor citeer ik, vrij vertaald, graag uit een blogpost van de Zwitserse filosoof en webdesigner Oliver Reichenstein. Zijn pleidooi heet niet voor niets Take the power back. Hij schudt ons in dit stuk wakker en biedt een alternatief voor onze apathische houding:
‘Het antwoord op de passieve consumptie van rommel is de actieve formulering van vragen, het actief zoeken naar antwoorden en het actief formuleren van complexe kennis en diffuse gevoelens in heldere woorden. In plaats van je passief te laten voeden door social media feeds, ligt in het zoeken, onderzoeken en reflecteren … de kracht om de geest te zuiveren. We moeten schrijven op onze eigen domeinen. Plaats geen gedachten op Facebook. Gebruik het om verkeer te genereren. Laat Medium links liggen voor bloggen. Geef je teksten niet uit handen. Neem bezit van wat je schrijft. Gebruik Twitter zorgvuldig.
En stuur mensen via jouw domein naar andere domeinen die je waardeert, los van de gebruikelijke black holes, indien mogelijk.’
Autoriteit en machtsposities op een gezonde manier aan de kaak stellen, is altijd een optie. Maak een begin met het bedenken van alternatieven door niets zomaar te slikken. Dat geldt ook voor de pillen die uw huisarts voorschrijft.
De bal ligt bij u.
(Foto: met dank aan Bill Jacobson)
–Update: 10 juni 2020
Geef een reactie