De zinnen van Bresson

Robert-Bresson-photographed-by-Paul-Schrader-1976_detail

Een jaar of vijf terug huurden wij tijdens de zomervakantie een stadsappartement van een jonge architecte. Samen met haar vriend, een cameraman, deelden ze uit ruimtegebrek een bescheiden maar goed gevulde boekenkast. Op een regenachtige ochtend viel mijn oog op een slanke, verschoten boekrug. De titel, Notes on the Cinematography maakte me nieuwsgierig.
Later leerde ik dat de schrijver van het boekje, Robert Bresson, een cultfiguur is voor veel filmmakers. ‘The filmmaker’s filmmaker’ is een veelgehoorde typering van de Fransman. Deze publicatie uit 1975 draagt daar voor een groot deel aan bij.

Vuistregels voor de creatieven

Terugdenkend aan het bijvak ‘Audiovisuele communicatie’ tijdens mijn studietijd, herinnerde ik me Pickpocket, zijn vijfde film. De eindscène bestaat haast alleen uit close-ups en geluidseffecten, toch kijk je er ademloos naar.

Notes_on_the_Cinematograph_2048x2048

Bresson (1901–1999) was berucht om zijn bedachtzaamheid en eindeloze takes. Maar ook en vooral om zijn afschuw van conventies. Zo werkte hij niet met professionele acteurs en gebruikte geen muziek of kunstlicht.
Wat hij met die werkwijze wilde bereiken is pure empathie met zijn hoofdpersonen; de kleine crimineel (Pickpocket), de krijgsgevangene (Un condamné à mort s’est échappé) en de student (Le Diable probablement). Als je weet dat Bresson opgeleid is als schilder, valt vanuit die belevingswereld in zijn films veel op zijn plek. Kennismaken met zijn gehele oeuvre (13 films) doe je in principe in een dag.

De vuistregels voor filmmakers in Notes on the Cinematography zijn uitgesproken. De zinnen bestaan uit wijsheden, declamaties gedachtespinsels en veel ‘notes to self’. Er zijn voorbeelden te over. Vele daarvan kun je ook in andere creatieve beroepen toepassen:

  • Let images and sounds present themselves spon­taneously to your eyes and ears as words do to the spirit of a creative writer
  • Be the first to see what you see as you see it
  • Your film is not readymade. It makes itself as it goes along under your gaze. Images and sounds in a state of waiting and reserve.

Je krijgt ze allemaal cadeau met een zoekactie (zoek op de titel en ‘PDF’). De originele uitgave is moeilijk verkrijgbaar. Maar er is sinds kort een puike heruitgave verschenen bij NYRB Classics.
De inhoud van een vreemde boekenkast kan dus af en toe een ware schat herbergen.

De weg naar Bresson

Jurriën Rood en Leo de Boer, filmmakers, waren een van de weinigen die Robert Bresson interviewden. Want Bresson verafschuwde interviews.
De Bedachtzamen keek met Rood terug naar dit moment en vroegen hem wat er hem ervan bij is gebleven.


Bresson was destijds een onbekende filmer geworden, zijn films waren in Nederland niet meer te zien. We wilden hem (weer) tevoorschijn halen. Het probleem was dat hij zelf nooit aan films meewerkte en geen film-interviews gaf. De uitdaging was om toch een film over hem te maken. Dus hebben we de film om hem heen bedacht en we moesten alleen zijn toestemming krijgen. Dat lukte en toen zei hij dat we hem dan wel een paar vragen konden stellen. Hoe dat uitpakte is in de film te zien.

bresson_mouchette
Bresson tijdens de opnamen van Mouchette (1967)

Wat mij ervan is bijgebleven? Veel. Hij was een lastige man, niet onvriendelijk, maar zeker niet toeschietelijk. Gereserveerd, streng en erg gewend om vragen snel als een vorm van kritiek te zien. Hij was volstrekt overtuigd van zijn eigen weg en de waarde daarvan en had op geen enkele manier behoefte om het anderen naar de zin te maken. Of veel te vertellen. Zo deed hij tegenover ons, maar ook tegen andere filmers, zoals Tarkovksy of Fassbinder.
We hebben hem daarna de afgemonteerde film laten zien in een zaaltje in Parijs. Hij vond het ‘goed werk’, maar had ook een paar bezwaren, vooral dat we zijn echte leeftijd noemden (hij deed zich zes jaar jonger voor dan hij was). Hij was toen al 83 en wat ons vooral opviel was hoe snel en roekeloos hij als voetganger de drukke Parijse straten overstak.
Jaren later ben ik nog eens bij hem op bezoek gegaan in zijn Parijse woning, vlakbij de Notre-Dame. Ik wilde kijken of ik ook een ‘gewoon’ gesprek met hem kon voeren, zonder de spanning van een film eromheen. Toen was alles anders: hij was niet meer lastig, maar vriendelijk, oud en vergeetachtig geworden.

Hij blijkt me toen nog een exemplaar van Notes sur le cinematographe te hebben geschonken, met zijn handtekening erin. Het was toen net opnieuw uitgegeven.
Ik kan me niet herinneren dat we het ooit uitgebreid over het boek gehad hebben. Wel hebben we er voor de documentaire een paar uitspraken uit gebruikt om zijn stijl mee toe te lichten. De enige die mij nu nog bijstaat luidt zoiets als: ‘de vijver legen om de vis te vangen’. Het is allemaal nogal streng en absoluut geformuleerd. Op de tafel in zijn werkkamer lagen destijds hoge stapels boeken, afgedekt met kranten. Helemaal bovenop lag de Pensées van Blaise Pascal. Dat is geloof ik zijn voorbeeld geweest.


Bresson schreef het boekje om zijn kijk op filmmaken en kunst toe te lichten, dat lijkt me geen raadsel. De cinématographe staat in contrast met de gewone cinema, die hij beschouwde als ‘gefilmd theater’. Ik weet niet meer welke criticus of filmmaker het was die schreef: ‘Bresson lijkt precies te weten wat hij doet’. Paul Schrader, denk ik, filmmaker en bewonderaar – hij zit ook in onze film. Ik geloof dat die observatie klopt. Met dat boekje wilde Bresson zijn radicale keuzes ook in woorden vangen. Maar je kunt er zeker inspiratie uit halen, ook voor hele andere gebieden.

Voor Rood lagen en liggen de antwoorden in de films van Bresson:
Ik raad eerder aan om een paar heel goede Bressonfilms te gaan bekijken: Au hasard Balthazar, Pickpocket, Le Diable probablement.
Die films zeggen meer dan al zijn uitspraken.

Bronnen:
De weg naar Bresson en Road to Bresson
Film Comment
New York Review Books

(Afbeeldingen: Paul Schrader (uitgelicht), nyrb.com en imdb.com)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.