Werk en structuur, humor en hoop

5452976147_d10ee710c4_k

Carel Blotkamp, de Utrechtse kunstenaar en kunstprofessor publiceerde onlangs The End. Artists’ Late and Last Works.1 Ik kwam er, zoals vaker, via een omweg op. Het boek gaat over het veelbezongen (on)voltooide laatste kunstwerk – een mooi aanknopingspunt om met dit stukje te beginnen.

Berlijnse dagboeken

Het kwam zo: op het Avondlog las ik over de Duitse auteur Wolfgang Herrndorf en zijn dagboekpublicaties, Wim Noordhoek’s blog lees ik altijd met veel interesse. Stukjes over het dagboek van Herrndorf die sporadisch voorbijkwamen liet ik echter links liggen; zijn relaas hakte erin om het stevig te stellen. Totdat ik Herrndorfs boek met de sinistere titel Leven met het pistool op tafel bij toeval tegenkwam.

5475663707_67a97c527d_k
De auteur op Fuerteventura (foto: © 2011 Jan Bölsche)

Herrndorf is de auteur van Tsjik, een jeugdroman over twee jongens die per auto de volwassen wereld ontvluchten. Het boek kreeg in 2016 een succesvolle verfilming, waardoor zijn werk internationaal meer aandacht kreeg.
Op de kunstacademie raakte hij geïntrigeerd door Van Eyck en Dürer, voordat het schrijven op zijn pad kwam. Later werkte hij in Berlijn langere tijd als veelgevraagd illustrator voor een satirisch blad en schilderde steeds minder: ‘Herrndorf had inderdaad het schilderen opgegeven, maar was eigenlijk alleen van instrument gewisseld.’2

Een Außenseiter was hij, niet in de laatste plaats omdat hij ‘uit een andere tijd en andere wereld stamde’.2 Als een van de pioniers op een internetforum voor woordkunstenaars, ontwikkelde hij in de jaren 90 zijn typische stijl, vond medestanders en maakte er vrienden.

Een verslag aan vrienden

300_U1_978-3-499-26851-9
© Rowohlt

Tot 2010 publiceerde hij boeken die vooral in Herrndorfs thuisland een publiek vonden. Toen sloeg het noodlot toe; een glioblastoom werd bij hem ontdekt en hij moest de medische molen in. Een noodlot voor veel anderen, voor Herrndorfs output als schrijver werkte het doodsvonnis als een ‘turbo’.
Na een ontmoeting met de vader van een kennis met dezelfde diagnose, werd het de 45-jarige duidelijk dat alleen ‘Arbeit und Struktur’ zijn werk en dus hem zouden kunnen redden.

Zijn gelijknamige dagboek is een persoonlijk en openhartig relaas. Begonnen als een verslag aan vrienden, later openbaar gemaakt en ook nu nog online terug te lezen. Eerlijk ook, vreselijk eerlijk. Er leeft wanhoop, woede, optimisme, humor en hoop in zijn zinnen. Ondanks alles.
Het zal te maken hebben met mijn eigen geschiedenis met dwang maar passages als deze zijn menens en herkenbaar:

‘De poetsdwang die na mijn eerste diagnose en in combinatie met mijn manie voor het eerst optrad, vervolgens weer bij de verhuizing naar de nieuwe woning en nog eens versterkt na de derde operatie, neemt weer een beetje af, maar verdwijnt niet. Eén stofpluisje op de grond, en ik ben niet in staat om te werken.’

Of deze verordening, een gegronde eis en welgemeend weet ik uit eigen ervaring:

‘… Maar mijn voedingssituatie is troosteloos. Altijd geweest. Haribo, blikvoer, een beetje fruit. Toen ik naar Berlijn kwam, was mijn grootste vrees dat ik zou verhongeren en mijn eerste impuls was een woning in de buurt van een mensa te zoeken. Ik wou dat de staat die hele rotzooi gewoon zou verbieden en me zo de beslissing uit handen zou nemen. Wat ik zelf heel vreemd vind. Ik heb voor mijn leven nooit wetten nodig gehad.’

Magische flarden

Terugblikken naar zijn jeugd komen met regelmaat voor in het dagboek. Het zijn flarden van herinneringen, magische fragmenten. Zoals Schemering, de eerste bijdrage in zijn dagboek, een herinnering van het tweejarige jongetje.
Verderop schrijft Herrndorf:

‘Een jaar in de hel, maar ook een geweldig jaar. Gemiddeld nauwelijks gelukkiger of ongelukkiger dan voor de diagnose, alleen slaat het naar beide kanten verder uit. Alles bij elkaar misschien zelfs een beetje gelukkiger dan vroeger, omdat ik leef zoals ik altijd had moeten leven. En nooit gedaan heb, behalve misschien als kind.’

Voor de diagnose lukte het Herrndorf maar niet om structuur te krijgen in projecten, de onvoltooide romans, gedichten en verhalen met losse eindjes.
Het bewustzijn van een wereld na zijn sterven, veranderde dit drastisch, het bracht hem orde. Zo gooide hij met gemak een pak schrijfsels in een volgelopen bad of wiste een complete harde schijf met werk, want het was ‘allemaal troep’.
Toen zijn gezondheidssituatie drastisch verslechterde, nam hij maatregelen. Hij trouwde met zijn partner en legde de latere publicatie van Arbeit und Struktur vast.

5453005621_9ff21c3200_o_crop
foto: © 2011 Jan Bölsche

Werk dat moest blijven

Met een tegenwoordigheid van geest, zorgde hij ook voor een zorgvuldige en relevante selectie van zijn overige werk. Er leefde een mapje genaamd ‘Unbesehen löschen’ (vrij vertaald: ‘ongezien verwijderen’) op zijn computer, wat ook werd gehonoreerd. Alles wat er verder nog overbleef bekeek en beoordeelde zijn weduwe met een goede vriend. Werk wat mocht blijven dus en nu is gebundeld in Stimmen. Texte, die bleiben sollten. (Rowohlt, 2018).

Carel Blotkamp onderkent de mythe van het allerlaatste kunstwerk:

‘… Hun testamenten geven uitdrukking aan een oude maar zeer levende fascinatie, de idee dat kunst de dood overwint en dat de scheppende geest onsterfelijk is.’

Een naderende en bewuste dood zou je meer creatieven gunnen.
Voor Herrndorf ging het in zijn leven (en sterven) in grote mate om zelfregie. Vrijheid in zijn werk als kunstschilder, vrijheid als schrijver en uiteindelijk vrijheid als patiënt. Op 27 augustus 2013 meldde collega Kathrin Passig op Twitter:

Het online dagboek Arbeit und Struktur, maart 2010–augustus 2013 👉🏻

Fragmenten: Wolfgang Herrndorf (2014). ‘Leven met het pistool op tafel. Een Berlijns dagboek’. E-book, Uitgeverij Cossee.

Bronnen:
Über Wolfgang
De Witte Raaf

(Foto’s: met veel dank aan Jan Bölsche)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.