Verpletterend zicht op Toledo

In mijn fotoboek annex verslag van mijn verblijf in Madrid vind ik terug dat ik op 20 februari en 4 mei 1999 een dagtocht maakte naar Toledo. Het tweede bezoek was ingegeven door het eerste: ik was dusdanig onder de indruk dat ik vastbesloten was om mijn vriendin, die op bezoek kwam, de beroemde Spaanse plaats te laten zien.

De eerste keer bezocht ik – getuige de bewaarde entreetickets – o.a. het Alcazar en het Museo de Santa Cruz. In mei deden we samen onder meer het Joodse (Sefardisch) museum, de synagoge Santa Maria La Blanca en uiteraard ook het huis/ museum van de beroemde schilder El Greco (1541–1614) aan. Daarnaast bewijzen de twee bijgeplakte ansichtkaarten met het uitzicht op Toledo dat ik geïmponeerd was door het fraaie stadsbeeld.

Onvoorwaardelijk verafgoden

De stad op zo’n 70 km ten zuidwesten van Madrid maakte ver voor mij al veel indruk op enkele beroemdheden. Zo richtte filmregisseur Luis Buñuel zelfs een orde van Toledo op. Hij was vanaf de eerste dag verrukt, vooral over de ondefinieerbare atmosfeer van de stad. Om toegelaten te worden tot de orde moesten de aspirant-leden Toledo ‘onvoorwaardelijk verafgoden’ en zich minstens een hele nacht bezatten en door de straten dwalen. Als ze eenmaal lid waren, moesten ze zo vaak mogelijk naar Toledo toe en ‘zich instellen op het ondergaan van de meest onvergetelijke ervaringen’1.

Rilke door Oskar Zwintscher (public domain)

Minder overdreven, maar zeker niet minder groot is de verrukking van de beroemde dichter en schrijver Rainer Maria Rilke (1875–1926), In het najaar van 1908 staat op de kunsttentoonstelling Salon d’Automne oog in oog met het schilderij ‘Uitzicht op Toledo’ (1600) van El Greco. Hij wordt erdoor overrompeld, en dat kan ik goed begrijpen. Dezelfde dag nog beschrijft hij zijn ervaring aan zijn ‘leermeester’ Rodin. Hij eindigt zijn verslag met: ‘Je zou zulke dromen moeten hebben’2.

Het is erg moeilijk voor te stellen dat het schilderij al zo oud is. De techniek en het kleurgebruik (en daarmee de atmosfeer) doen eerder denken aan kunststromingen uit het begin van de 20e eeuw. Ernst Ludwig Kirchner, de belangrijkste vertegenwoordiger van het Duits expressionisme, had het zo gemaakt kunnen hebben. Misschien is het daarom ook niet toevallig dat het destijds op de Salon d’Automne werd getoond.

Zo toledisch als mogelijk

Na een overzichtstentoonstelling in 1911 in de Alte Pinakothek in München neemt het verlangen van Rilke om naar Toledo te gaan, verder toe. In het najaar van 1912 is het dan zover. Hij hoopt dat deze reis concentratie op het oude én louterende vernieuwing kan brengen. Hij wil El Greco’s stad tot zich te nemen als een bewoner ervan, ‘nauwelijks als reiziger, als voor altijd, zo toledisch als mogelijk’3.

Rilke tekent bij aankomst zo snel als mogelijk op:

Het is voor bijna niemand te beschrijven, het is vol wetmatigheid, ja, ik begrijp ogenblikkelijk de legende dat toen God de zon op de vierde dag van de schepping nam en plaatste, hij dat precies boven Toledo deed: zo sterachtig is de aard van deze immense aanwezigheid bedoeld, zo ronduit, zo in de ruimte – ik ben al overal geweest, heb het allemaal ingeprent…4

Rilke begrijpt dat El Greco in deze stad van Bijbelse proporties zijn visioenen op het doek wist te krijgen: Toledo is ervoor gemaakt.

Plazuela de Padilla met het klooster San Clemente el Real, 1930 (foto: Aldus, Colección Municipal de Fotografías Toledo)

Eeuwen onveranderd

Florian Jacobs, filosoof en schrijver van het boek Blijven is nergens; het Europa van Rilke, reisde Rilke enkele jaren geleden achterna en vindt het heuvellandschap waarin Toledo is ingebed, ook verbluffend. Tevens is hij onder de indruk van het feit dat het aanzien van de stad onveranderd lijkt te zijn gebleven. Eeuwen van menselijk vernuft laten zich hier schijnbaar ongerept bewonderen.

Hij is niet de enige die dit beweert. Schrijver en Spanje-kenner Rik Zaal beaamt dat het schilderij van El Greco nog steeds lijkt. Aan de overkant van de Taag zijn de heuvels hoger, zodat je daar erg goed van bovenaf op Toledo kan kijken. Zaal beschrijft de juiste aanrijroute: door de Carretera de Circunvalación te berijden, tussen de Moors-Middeleeuwse toegangsbruggen, kronkel je van ene prachtige panorama naar de andere. Eén van de mooiste biedt het terras van de Parador de Toledo.5

Ik krijg meteen zin om Toledo weer eens aan te doen. Ik ben er in deze eeuw nog niet geweest. Daarbij heb ik overigens meer herinneringen aan de binnenstad, met zijn nauwe, hoekige straatjes en de vele doodlopende stegen. De rijke geschiedenis van de stad met invloeden van diverse religies (o.a. van 534–712 Westgotische hoofdstad, van 712–1035 Moorse periode, residentie van de emir6) maken het tot een fascinerend openluchtmuseum. Binnenkort maar eens kijken hoe lang de trein vanuit Nederland erover doet…

(Uitgelichte afbeelding: El Greco – View of Toledo, ca. 1599–1600. Collectie Metropolitan Museum of Art)

  1. Rik Zaal. Spanje, een reisgids. Uitgeverij De Arbeiderspers, 2e druk 2002. ↩︎
  2. Florian Jacobs. Blijven is nergens; het Europa van Rilke. Boom, 2022. ↩︎
  3. Ibid. ↩︎
  4. Ibid. ↩︎
  5. Rik Zaal. Spanje, een reisgids. Uitgeverij De Arbeiderspers, 2e druk 2002. ↩︎
  6. Baedeker Madrid. 1e druk, 1999. ↩︎

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Abonneer je om onze nieuwste blogposts te ontvangen