Geheimtipp: Robert Walser

Robert Walser / Jugendbildnis - - Walser, Robert

In Trouw van zaterdag was niet voor de eerste keer de afgelopen jaren aandacht voor de bijzondere Zwitserse schrijver Robert Walser (1878-1956). En wie denkt dat dat te danken is aan één fanatieke redacteur, heeft het mis. Zeer waarschijnlijk hebben de collega’s van Letter&Geest het Walser-virus aan elkaar doorgegeven.

In het Zomertijd-katern over Zwitserland (augustus 2019) verschaft Shira Keller (zelf auteur en deels wonend in Zwitserland) ons gelukkig wat meer achtergrond over het niet-alledaagse leven dat Walser leidde. De laatste 23 jaar zette de Zwitser geen letter meer op papier. Hij was al die tijd opgenomen in een psychiatrische inrichting in Herisau, waarin hij vol toewijding kleine klusjes uitvoerde, zoals het vegen van de slaapzalen en het poetsen van het koper. Daarnaast maakte hij korte en lange wandelingen. Toen hem werd toegestaan om de instelling te verlaten, weigerde Walser dat. Over het stoppen met schrijven heeft Walser tegen schrijver en journalist Carl Seelig, die hem een paar keer per jaar kwam bezoeken, het volgende verklaard: “Het is onzin en wreed om van mij te eisen dat ik ook in de inrichting schrijfwerk doe. De enige basis waarop een dichter kan produceren, is de vrijheid. Zolang deze voorwaarde niet vervuld is, weiger ik ooit nog te schrijven.” (bron: robertwalser.nl).

De informatie over de ernst van Walsers psychische klachten is ietwat tegenstrijdig. Feit is wel dat Walser in de jaren voor zijn opname nogal wat voor de kiezen kreeg: zijn broer Ernst overleed aan een psychische ziekte en zijn broer Hermann pleegde zelfmoord. Daarnaast was hij eerder gebrouilleerd met een andere broer, de schilder en boekillustrator Karl, die hem in het begin van zijn carrière juist had geïntroduceerd in literaire kringen. Een vergelijking met de familie Van Gogh is daarmee snel gemaakt, ook omdat Walser pas postuum waardering kreeg van het grote publiek. Wel behoorden bij leven beroemde schrijvers als Walter Benjamin, Franz Kafka en Herman Hesse destijds tot zijn bewonderaars.

Dat Walser last had van gedachtes die niet konden stoppen, lijkt gezien zijn oeuvre tamelijk aannemelijk. Vooral in zijn latere werken is een overvol hoofd een belangrijk kenmerk van de personages. Keller: “Al ratelend vallen ze zichzelf voortdurend in de rede, ze spreken zichzelf tegen, roepen zichzelf tot de orde, lachen zichzelf badinerend uit – in hun relaas maken ze de merkwaardigste haakse bochten.”

9789048843671_hires
© Lebowski Publishers

Na zijn herwaardering die in Duitstalig gebied begon, verschijnen er in Nederland nu diverse vertalingen van zijn werk door Machteld Bokhove. Eén van zijn bekendste romans is Jacob von Gunten uit 1909, over de (beperkte) belevenissen van een leerling op een school voor bedienden. Wil Rouleaux roemt in zijn recensie de springerig-associatieve stijl en zijn delicate ironie. Zijn enthousiasme maakte dat ik het boek aanschafte, maar helaas werd ik niet zo gegrepen als de Trouw-redactie. Afgehaakt ben ik echter zeker nog niet: ik herken en waardeer, zoals Rouleaux schrijft, “de quasi-naïeve toon waarop de jeugdige verteller de wereld becommentarieert. De hele roman is gelardeerd met spitse notities, levenswijsheden en stekelige opmerkingen, waarbij Jakob het vooral gemunt lijkt te hebben op dikdoeners.”

Ik ben benieuwd naar zijn roman ‘De wandeling’ uit 1917, waarin Walser één dag uit het leven beschrijft van een arme schrijver. Rouleaux beschouwt de ik-verteller (en alter-ego van Walser) als een dromerige vagebond en ‘luchthartige lanterfanter’, die net een crisis achter de rug heeft en nu in een provinciestadje is neergestreken. De Trouw-recensent komt met een vergelijking met tijdgenoot Rilke op de proppen, vanwege de hang van de verteller naar innerlijkheid en contemplatie. Bij Walser vormt het vermogen om volledig op te gaan in het moment een doorlopend thema. Het boek is overigens voorzien van een persoonlijk essay, ‘De eenzame wandelaar’ van W.G. Sebald, die zich ook al door Walser liet inspireren. Aan beroemde fans dus geen gebrek.

Robert-Walser-2
© Koppernik

Afgelopen zaterdag besprak Annemieke Hendriks de roman ‘De Tanners’ die dateert uit 1907. Ook hier gaat de hoofdpersoon aan de wandel en belandt hij in allerlei omzwervingen in de absurdistische stijl van Walser. Hendriks besluit haar artikel met een – afgaande op de diverse recensenten – treffende samenvatting van de verdienste van de Zwitserse auteur: “Walsers bedwelmende woordenroes relativeert inderdaad alle menselijke ambities. Hij laat je meegenieten, en tegelijkertijd huiveren, van de nietige plek die wij in de kosmos innemen.” Grote woorden voor een schrijver die deze zelf misschien meer aan de dag had moeten leggen, zodat de bewonderaars breder gezelschap hadden kunnen krijgen.

N.B. Voor wie nog meer wil weten/ lezen over Robert Walser: ga naar de website van vertaalster Machteld Bokhove. Daarnaast bestaat sinds 1996 het internationale Robert Walser-Gesellschaft.

Bronnen:
‘Ode aan de vrijheid’. Annemieke Hendriks in Trouw, 7 maart 2020.
‘De schrijver die geen letter meer op papier kreeg’. Shira Keller in Trouw, 24 augustus 2019.
‘Klein zijn en liefst klein blijven’. Wil Rouleaux in Trouw, 12 maart 2016.
‘Zonder wandelen zou ik dood zijn’. Wil Rouleaux in Trouw, 7 februari 2015.
Wikipedia

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.